Leerlingentraining met een verschil

Leerlingtraining heeft van oudsher een hoge prioriteit bij HOPPE en heeft vaak de beste leerlingen voortgebracht in verschillende beroepen in de staat en zelfs in het hele land. En de jonge mensen krijgen niet alleen een beroepsopleiding, maar ook carrièreperspectieven. Het doel is immers om leerlingen op te leiden voor de eigen behoeften van het bedrijf en, indien mogelijk, aan te nemen: “De leerling van vandaag is de vakman van morgen en misschien wel de manager van overmorgen.” Alle Duitse fabrieken hebben hun eigen opleidingswerkplaatsen en fulltime trainers. De opleidingsinhoud van de vakscholen wordt geconsolideerd via interne lessen en verdiept in de praktijk. Maar zou het niet mogelijk moeten zijn om verder te kijken dan de normale leerstof? Moeten we niet de tijd nemen om onderwerpen te behandelen die niet worden getoetst in de examens, maar die de horizon verbreden, vooral vanuit een sociaal-politiek perspectief? Dit was het idee van ondernemer Wolf Hoppe, die veel waarde hecht aan de opleiding van leerlingen en daarom elk jaar de nieuwe leerlingen persoonlijk verwelkomt als ze beginnen. Zijn idee leidde tot de uitbreiding van de opleidingsinhoud met enerzijds diepgaande HOPPE-kennis en branchegerelateerde kennis en anderzijds sociaal-politieke inhoud, die nu voor het eerst is geïmplementeerd:

De eerstejaars leerlingen uit Stadtallendorf, Bromskirchen en Crottendorf reisden samen naar Velbert naar het Duitse sloten- en beslagmuseum. Ook al bestaat het de goede greep van HOPPE pas sinds 1952, de branche heeft een eeuwenoude traditie, die daar in vele facetten levendig wordt geïllustreerd.

Wanneer een bedrijf zijn Duitse hoofdkantoor in Stadtallendorf heeft, is het vanzelfsprekend dat er ook rekening wordt gehouden met de (bijzondere) geschiedenis van de stad. Vandaar het bezoek aan het Documentatie- en Informatiecentrum (DIZ), waar de derdejaars leerlingen een rondleiding kregen van Fritz Brinkmann-Frisch. Het DIZ is onder andere een herdenkingscentrum voor de slachtoffers van het nationaalsocialisme. Een focus van de tentoonstelling ligt op de periode van 1933 tot 1945 met de ontwikkeling van de stad als locatie voor de wapenindustrie. “De omstandigheden waaronder de dwangarbeiders in de munitiefabrieken moesten werken zijn schokkend”, was een commentaar. “Opnieuw werden we bewust gemaakt van de verschrikkelijke gevolgen die het aanzetten tot haat en discriminatie kan hebben”. En: “We kregen een diep historisch inzicht in het ontstaan en de ontwikkeling van de bedrijven op het terrein van de voormalige munitiefabrieken na de oorlog. Nu pas kunnen we echt begrijpen wat pionierende ondernemers als Friedrich Hoppe hebben bereikt.” Het bezoek was “absoluut een vormende ervaring” voor iedereen.

Het was ook een verrijkende ervaring om medeleerlingen van de andere fabrieken te ontmoeten met wie ze hun opleiding waren begonnen.

Burgereducatie en gedeelde ervaringen - de combinatie van deze twee componenten is een schot in de roos gebleken en is nu een vast onderdeel van het trainingsprogramma.